Metafysica
in metallic glans
schilderijen en werken op papier van Maarten Verhaak door Saskia Monshouwer
Autowegen & Auto’s: Ik heb geen rijbewijs en hoor tot de kleine groep mensen die dat waarschijnlijk nooit zal halen. Maar ik hou van autowegen. Je zit naast de bestuurder en droomt weg. Je bekijkt het monotone landschap, rijen bomen trekken voorbij en de cadans van je gedachten wordt bepaald door de lantaarns die langs de weg staan. Je rijdt langs de velden, de groene vlakte die de grote steden van de Randstad verbindt, Amsterdam-Utrecht, Amsterdam-Den Haag-Rotterdam. Langzaam raakt het landschap voller. Er heeft zich een ingrijpende verandering voorgedaan als ik de herinnering aan die stukken autoweg vergelijk met wat ik nu zie. Aanvankelijk werd het stuk wilde grond tussen Amsterdam en Utrecht groter en weidser, velden werden opgespoten en bouwrijp gemaakt. Op een ruw terrein vol zand en typisch struikgewas, stonden grote schuttingen en pontificale aankondigingen van projectontwikkelaars en overheden. Heel even heb ik nog gedacht jammer, er gaat iets verloren, maar ik zou niet weten wat. En plotseling zijn de auto’s geen oude auto’s meer, maar glanzende, trotse vehikels. Bouwland maakt plaats voor kantoorcentra en bedrijvenparken. De aftandse bouwketen en fabriekjes worden vervangen door een potpourri van nieuwe gebouwen met glanzend glazen voorgevels, opgetrokken uit mediterrane lichtgele steen afgezet met een golvend randje staal. Autospuiterijen en autokerkhoven maken plaats voor uitgeverijen en regiofilialen. De mannen in smerige overals lopen zij aan zij met de jonge managers keurig in het pak met een snit die door de laatste mode werd bepaald. Er zijn ook iets meer dames dan voorheen. En hoewel uit de cijfers schijnt te blijken dat zij ook topfuncties bekleden, lijkt het in het voorbijgaan nog steeds alsof zij voorbestemd zijn om ten prooi te vallen aan het huwelijk of om eeuwig het lief van hun baas te blijven. Godenzonen in hun
natuurlijke milieu
De beelden die Verhaak kiest worden doorgaans als onbelangrijk of zelfs als lelijk beschouwd. Dat geldt voor de autowegen en de eenzame nieuwe gebouwen. Andere beelden die hij gebruikt worden met nadruk als bijzonder ervaren, zoals de glanzende Mercedessen. We vinden, zonder er bij na te denken, natuurlandschappen mooier dan de berm vlak naast de snelweg en gebruikte objecten (second-hand) veel échter dan nieuwe. Waarom zou je iets schilderen wat nieuw is, alsof het rechtstreeks uit een reclamefolder komt. We weten allemaal dat wat de reclame ons voorhoudt niet echt is. De auto is zelf al zo mooi, de fotografie maakt haar mooier, waarom zou je dat schilderend over doen? En als je dan iets moois wilt schilderen, waarom dan die voorkeur voor een lelijke omgeving. Maarten Verhaak plaatst de godenzonen in hun natuurlijke milieu op het parkeerterrein aan de achterkant van grote gebouwen, of zo maar in een straat in de stad. Banale beelden voor
gewone mensen
De Canadese fotograaf en kunsthistoricus Jeff Wall nam stelling in die discussie met zijn foto’s en erudiete artikelen. Hij ontmaskerde de Pop Art, het minimalisme van Donald Judd en de conceptuele kunst. Geen van allen was eringeslaagd om te ontsnappen aan de kwalijke effecten van het kapitalisme, zoals massaconsumptie. Ze namen deel aan de lege retoriek van de massamedia. Met zijn fotowerken wil Jeff Wall nieuwe beelden te creëren en een deel van de schade herstellen. Hij wil een vorm van kunst die reflecteert op de geschiedenis, en tegelijkertijd de stem van marginale groepen hoorbaar maakt. Jeff Wall maakt foto’s die deels refereren aan de kunstgeschiedenis, deels volkomen nieuw zijn. Bekend is de foto van een slagveld vol gewonde soldaten dat in de verte herinnert aan de Franse historie-schilderkunst. Of hij fotografeert een veld vlak onder de snelweg, waar een groepje mensen een picknick heeft georganiseerd. Jeff Wall is één van de eerste kunstenaars die geënsceneerde en gemanipuleerde fotografie gebruikt met het oog op effecten die eerder in de schilderkunst werd toegepast. Onder invloed van de nieuw geformuleerde idealen, nam de aandacht voor banale, triviale beelden toe. De gewone werkomgeving van de gewone mens, die eigenlijk van kitsch houdt, werd bij de kunst betrokken. Er worden landschappen getoond waar de aanwezigheid van industrie en dagelijks werk niet wordt weggepoetst, maar juist benadrukt. Ken Lum, een kunstenaar die eveneens uit Canada komt en onder meer les had van Jef Wall, maakt enorme billboards voorzien van één kleurvlak en één foto van heel gewoon mens. Op het billboard dat hij voor het kunstenaarscentrum Witte de With in Rotterdam heeft gemaakt prijkt de tekst: ‘Kelly Shum hates her job’. Maarten Verhaak haakt in op deze gedachten. Hij wil heel gewone onderwerpen schilderen. Maar daar waar Jeff Wall tot gewichtige uitspraken komt over het functioneren van de samenleving, is het standpunt van Maarten Verhaak veel persoonlijker. Het is in aanzet ironisch, maar streeft naar een metafysische uitspraak. Ruud Lubbers &
Bul Super
Het ‘buiten’ van Verhaak moet in een andere context worden geplaatst. Maarten Verhaak benadrukt meermaals dat zijn schilderijen niet anekdotisch zijn. Ze vertellen geen verhaal, ook geen kritisch verhaal. ‘Buiten’ heeft een concrete betekenis, die duidelijker wordt naarmate hij langer schildert. Het is een zeer formele opvatting van de schilderkunst die verwijst naar een haast mechanisch proces om tot een schilderij te komen. Het buiten dat Maarten Verhaak bedoeld, is wat we zien en puur zintuiglijk waarnemen. Om dit op het schilderij weer te geven neemt hij een foto als uitgangspunt. Een schilderij is
af als het uit de computer komt
Bovendien kijken we bijzonder onnauwkeurig. Dat blijkt uit een reeks andere manipulaties die Verhaak op de foto’s toepast. Soms wordt het perspectief enigszins veranderd. Soms wordt een schaduwlijn rechtgezet, soms worden details die op de foto nog zichtbaar zijn weggewerkt of juist naar voren getild. Als je niet goed oplet, heb je de verschillen niet gezien. De ingrepen hebben echter wel tot gevolg dat het beeld dat uit de computer rolt nauwkeurig beantwoordt aan het beeld dat Verhaak wil laten zien en vervolgens zal schilderen. In deze context moet de opmerking van Verhaak worden begrepen, dat een schilderij al af is, wanneer hij tevreden is met de computermanipulaties. Overigens kan je deze experimenten in verband brengen met de serie abstract geometrische werken die Verhaak heeft gemaakt. Hij houdt van architectuur en bestudeert de manier waarop de ruimte door architectuur bepaald wordt heel zorgvuldig. Door de waarneembare werkelijk-heid via een foto als uitgangspunt te nemen, probeert hij werken te maken waarbij hij alle door de emoties gestuurde invloeden die een rol spelen als een schilderij of landschap bekeken wordt, uitsluit. Hij ontkent de waarde van een persoonlijk handschrift. Dit lijkt voor een schilder een onwaarschijnlijke vorm van zelfontkenning. Een vorm van ontkenning die alleen kan worden opgeheven, door een triviale opmerking, zoals:”Ik schilder auto’s omdat ik auto’s mooi vind.” Of, en dat is waarschijnlijk wezenlijker door een verbinding met de traditie van de schilderkunst. Hyperrealisme
De titel van het schilderij uit 1988 ‘Jaguar & Mitsubishi, metafysisch stilleven’ geeft aan dat Verhaak een heel specifieke ervaring voor ogen staat. Achter de titel van dit schilderij verschuilt zich overigens ook een verwijzing naar de schilderkunst, namelijk de Pittura Metafysica uit de jaren twintig en dertig in Italië. Door alle aandacht die Maarten Verhaak aan de keuze van zijn onderwerpen besteed, aan een reconstructie van de architectuur, aan de verhouding van details in een beeld die hij benadrukt, of juist wegveegt, aan de kleurnuances die hij bestudeert, voegt hij iets toe aan de foto. Iets wat zich met name bij het bekijken van zijn schilderijen aan je opdringt. Alle beelden die hij maakt worden gekenmerkt door een merkwaardige eenzaamheid, een penetrante stilte. De glimmers op de auto’s die Verhaak in de loop van je jaren negentig schilder-de, zijn niet bedoeld voor eksters. Je denkt niet automa-tisch aan de voortdurende lust naar rijkdom en status, al blijkt uit sommige uitspraken van Verhaak dat hij de statusbeluste autobezitter, aanvankelijk iets te vertellen had. De werken van Maarten Verhaak worden wel hyperrealistisch genoemd. Er wordt iets toegevoegd aan de realiteit. Wie wandelt graag
langs de snelweg?
Wanneer je met deze
opmerking in je achterhoofd naar de schilderijen van de glanzende auto’s
kijkt, merk je dat ook hier de eenzaamheid benadrukt wordt. De auto’s glanzen
prachtig en stiekem verwacht je in het spiegelend oppervlak ergens een
referentie aan je eigen gezicht, of op z’n minst een minuscule reflectie
van een anonieme toeschouwer, de afwezigheid daarvan maakt eenzaam. De
glimmers zijn als geluiden in het donker die de ervaring van stilte nog
heftiger maken. De omgeving waarin de auto’s staan, die gaandeweg steeds
invloedrijker wordt, bevestigt deze eenzaamheid. Wie kijkt graag naar de
bakstenen muren, aan de achterzijde van een belangrijk gebouw.
|